Een van de eerste blogs die ik schreef tijdens mijn studententijd… Of het bloggen stand ging houden wist ik toen nog niet, maar ik maakte mooie dingen mee tijdens mijn stages, die ik graag wilde delen. Om jullie een beetje bij te praten: Ik was HBO-verpleegkunde studente en bezig aan mijn laatste weken van de 4 jaar-durende opleiding. Zoals de meeste van ons (afstudeerders) was ik doodmoe en toe aan vakantie. Toch waren er dagelijks wel dingen die mij ontzettend veel energie gaven en aan deze momenten hield ik me zo veel mogelijk vast. Vooral tijdens de pittige laatste weekjes. Hieronder een mooie gebeurtenis.
Er komt een nieuwe opname binnen. Ik heb het op het moment niet zo ‘druk’ voor zover dat kan in de zorg … Dus ik ontferm me over deze opname. Samen met de neuroloog vindt het intakegesprek plaats. Tegenover ons zitten de cliente – een vrouw van rond de 50 jaar – haar echtgenoot, haar moeder en haar dochter. De reden van opname, medische voorgeschiedenis, sociale achtergrondinformatie, en allerlei andere belangrijke dingen worden besproken. Al gauw wordt duidelijk dat dit een complexere casus is dan het lijkt. Niet eens het medische aspect, maar vooral het sociale klinkt zorgwekkend.
Na afloop, wanneer iedereen de kamer heeft verlaten blijf ik zitten. Ik voel dat mevrouw meer kwijt moet dan enkel de informatie die ze tot nu toe gegeven heeft. Ze begint te vertellen… Haar zoon, dochter en man komen in haar verhaal aan de lopende band voorbij. Halverwege het gesprek onderbreek ik haar. “En waar ben jij in dit plaatje, want je zit hier niet voor je gezin toch?” vraag ik haar. Dan is het stil. Het oogcontact wordt even verbroken. Mevrouw duwt haar nagelriemen naar achter met haar duimnagel. En dan komen de tranen. Ik heb een gevoelige snaar geraakt… Ik voel een soort van schuldgevoel opkomen en wil de stilte wegnemen door te zeggen dat het niet uitmaakt als ze huilt, of zo iets… Maar ik zeg niks. Iets dat je er eindeloos ingestampt krijgt op de opleiding… stiltes laten vallen. “Ja” zegt ze. “Ik weet niet zo goed …” Ik blijf nog even stil en laat haar denken. En dan zegt ze opeens “Ik moet voor mezelf gaan kiezen he?” Ik krijg er kippenvel van en ik knik. Wat knap. En ik krijg een klein glimlachje van haar. Op dat moment klopt mijn collega op de deur, om mevrouw te vragen of ze aan tafel komt lunchen of liever op haar kamer wil eten. “Ik ga maar meteen aan tafel, dan is de kop eraf” zegt ze. “Stapje voor stapje” zeg ik tegen haar. We ronden het gesprek af. Er is een opening.
Een week later zitten we aan tafel. Wanneer we bijna klaar zijn met eten en iedereen van tafel op wil staan, vraagt mevrouw of we nog even willen wachten met weglopen. “Ik wil graag iets zeggen, maar ik vind het doodeng.” zegt ze. En ze kijkt me aan. Ik geef haar een bemoedigend knikje, ook al weet ik niet wat ze van plan is. “Ik ga aan mezelf werken. Ik heb een gesprek gehad met Robin en ik ga voor mezelf kiezen. Dus als ik soms in mijzelf gekeerd lijk of mij zelfs terugtrek, dan ligt dat niet aan jullie”. Weer dat kippenvel. Ik ben trots. Op haar en op mij.
Nog een paar dagen later komt mevrouw de teampost binnen met allerlei sieraden. “Zelfgemaakt en jullie mogen wat uitzoeken. Ik heb hier veel geleerd. Dank jullie wel!” Wat een prachtvak heb ik toch.