Ik heb – wederom – een tijdje niet geschreven. Dat komt vooral doordat ik niet geforceerd over iets wil schrijven dat niet interessant is om te lezen. Daarnaast wil ik niet mijn beroepsgeheim overtreden en teveel over patiënten schrijven, want zoals vaak in het nieuws is: je moet tegenwoordig op je hoede zijn met wat je zegt of schrijft, anders heb je een tuchtzaak aan je broek hangen.
Inmiddels ben ik op de derde van de vier afdelingen van dit traineeship beland, de verloskunde/gynaecologie. Ik moet zeggen, de overgang was nogal een cultuurshock. Ik kwam van de interne geneeskunde, waarbij je vooral te maken krijgt met diabetes, maag-/darm-/leveraandoeningen, oncologie, gestoorde nierfunctie, enzovoort. Hier kwam ik voor het eerst in aanraking met het zogeheten ‘codebeleid’. Code A houdt in dat er geen behandelbeperkingen zijn. Bij code B zijn er wel behandelbeperkingen, iemand wil bijvoorbeeld niet meer dialyseren of wil niet meer gereanimeerd worden bij een circulatiestilstand. En dan heb je nog code C, wat inhoudt dat er helemaal geen sprake meer is van behandeling. Alle onnodige medicatie wordt gestaakt en de ‘behandeling’ is voornamelijk nog gericht op symptoombestrijding en ‘kwaliteit van leven’. In de eerste drie weken op de afdeling had ik al 3 code c’s. Drie overlijdens. Drie keer de arts die met de stethoscoop zoekt naar hartactie, zonder resultaat. Drie verdrietige families. Dit leer je niet op school…
En dan kom je opeens op de plek waar geboorte centraal staat, de verloskunde afdeling. Wat een warm bad. Het contrast tussen de twee afdelingen is zógroot. Bijna elke dag mag ik weer deel uitmaken van een van de mooiste en belangrijkste momenten in iemands leven. Bijna elke dag is een prachtige dag en ik voel me gelukkig als ik weer getuige heb mogen zijn van dat eerste huiltje, de tranen van de papa en de verloskundige die concludeert dat alle vingertjes en teentjes erop en eraan zitten en het beschuit met muisjes op tafel kan komen. Terwijl ik weet dat er twee verdiepingen lager een collega een overledene aan het wassen is en liefdevol de familie opvangt. Wat is het leven toch tegenstrijdig. Ik probeer er niet te lang bij stil te staan. Waarom worden we ‘alleen’ geboren en gaan we weer ‘alleen’ dood? Het antwoord krijg ik misschien wel nooit. Als je er te lang over nadenkt wordt je gek. Dus schrijf ik het van me af.